Iedere burger in dit land is geregistreerd in het bevolkingsregister. Naam, geboortedatum, adresgegeven en de huwelijkse staat zijn de voornaamste gegevens. Dit wordt bekroond met een uniek nummer. Vanaf nu komt er een nieuw element bij: een e-mailadres.
Het begon allemaal met een verzuchting van het Antwerpse OCMW dat een moderne manier van communiceren met de burger nastreefde. Weg met het schrijven van brieven, laat ons e-mailen naar de burger. Maar om dit in praktijk te kunnen realiseren was het ook nodig dat voor iedere inwoner in België de overheid over een erkend e-mailadres zou beschikken.
Officieel karakter
Dit is nu een feit. Sterker nog, Minister van Binnenlandse Zaken, Joëlle Milquet, vindt dat het opnemen van de e-mailadressen in het Rijksregister een prioriteit is voor de Algemene Directie Instellingen en Bevolking. Alleen zo kunnen volgens haar, de contacten tussen de burgers en de administratie soepel en efficiënt verlopen. Maar er is nog een klein addertje onder het gras. Gemeenten zijn nog niet verplicht om het adres op te nemen. Dat zou een wijziging van de wet vereisen.
Ruimer verspreiden
In ieder geval krijgt een e-mailadres door deze ingreep van de overheid een officieel karakter. Als status kan dat tellen. Het heeft even geduurd. Net zoals vroeger een faxbericht er jaren over gedaan heeft om een juridische bewijskracht te krijgen. Faxberichten verdwijnen langzaam maar zeker uit het landschap. E-mail heeft haar intrede gedaan. Zelfs de overheid heeft het dus begrepen. Als na een eerste evaluatie zal blijken dat dit extra gegeven in het Rijksregister betrouwbaar is, overweegt de minister om deze gegevens ruimer beschikbaar te maken. Maar dan zal er wel een nieuwe wet moeten komen.